In Qatar is een project gestart dat met behulp van veel geld en innovatieve ideeën de zandbak  weer vruchtbaar wil maken.

Het Sahara Forest Project is een samenwerkingsverband tussen werktuigbouwkundige Bill Watts, architect Michael Pawlyn en de internationale milieuorganisatie de Bellona Foundation. Samen begonnen ze een proefproject waarbij ze 10.000 vierkante meter woestijngrond in Qatar vruchtbaar proberen te maken. En dat op een manier die meer koolstofdioxide uit de lucht haalt dan hij produceert.

De concentrated solar power plant, waarbij spiegels het zonlicht op één plek concentreren, neemt een belangrijke plaats in. Met het geconcentreerde zonlicht kan superhete stoom worden opgewekt. Die wordt vervolgens gebruikt om zeewater te verdampen zodat de luchtvochtigheid in de verschillende kassen wordt opgekrikt en de temperatuur naar beneden gaat. (Bepaalde airconditioningsystemen werken ook op die manier.)

Met deze zonnekrachtcentrale wordt in de woestijn een gunstig groeiklimaat voor allerlei planten gecreeerd. Buiten de kassen worden speciale heggen geplant die kunnen leven op het relatief zoute afvalwater uit de zonnecentrale. En die heggen bieden bescherming aan allerlei planten die eromheen worden gepoot. Een ander deel van het zoute water wordt gebruikt om algen in te kweken die dan weer als meststof of als biomassa kunnen worden gebruikt.

Op die manier willen de mensen achter het Sahara Forest Project proberen om niet alleen planten en bomen in de woestijn te laten groeien, maar ook zoet water en energie te produceren. Eerst in het klein en als dat lukt op steeds grotere schaal. Het project heeft inmiddels 5,3 miljoen dollar (3,6 miljoen euro) subsidie gekregen om de plannen uit te voeren. Eind dit jaar zou het pilot-project moeten gaan draaien.

Bronnen: Sahara Forest Project, Wired

Beeld: Sahara Forest Project