Onderzoekers zijn erin geslaagd om een robotje met het formaat van een insect rond te laten vliegen.

Het was geen makkelijke klus: een minuscuul robotje ter grootte van een vlieg bouwen en dat een gecontrolleerde vlucht laten maken. Maar na twaalf jaar werk is het wetenschappers van de Harvard-universiteit dan toch gelukt. Hun RoboBee van 80 milligram wist tijdens testvluchten verticaal op te stijgen en kon vervolgens worden bestuurd of op commando op één plek blijven zweven. Het is voor het eerst dat dit met een dergelijk robotje is gelukt, claimen de onderzoekers.

120 keer per seconde

De RoboBee heeft niet alleen de naam en het formaat van een insect, maar is er ook duidelijk door geïnspireerd. “Met klappende vleugels en minuscule zenuwstelsels kunnen vliegende insecten complexe aerodynamische staaltjes uithalen, zoals een slaande hand ontwijken of landen op bloemen die door de wind heen en weer wiegen”, schrijven de onderzoekers deze week in Science.

Zoiets wilden de Harvard-wetenschappers in het lab namaken, maar dan kun je niet simpelweg bestaande vliegtechnologieën gebruiken; die werken niet meer als je ze op heel kleine schaal probeert in te zetten. In plaats daarvan koos het team voor een “door de biologie geïnspireerde oplossing” – oftewel: ze keken de kunst af bij met name vliegen. Dat bleek nogal wat voeten in aarde te hebben, maar uiteindelijk slaagden ze er onder meer in om vleugeltjes te construeren die 120 keer per seconde op en neer gingen – bijna net zo snel als bij een echte vlieg.

Computerbreintje

Wat de onderzoekers nog niet is gelukt, is een energiebron vinden die in een RoboBee kan worden ingebouwd. Het robotje krijgt zijn stroom daarom nu nog door een dun kabeltje, zoals is te zien op de foto boven dit bericht. Daarnaast werkt een ander team aan een computerbreintje voor het robotje, zodat het op eigen houtje kan vliegen.

In een persbericht van Harvard noemen de onderzoekers een aantal toepassingen van de Robobees. Ze zouden waarnemingen doen aan het milieu en een rol kunnen spelen bij reddingsoperaties. Ook zouden de vliegende botjes kunnen helpen bij het bestuiven van planten – als échte insecten het laten afweten.

Bronnen: Science, Harvard University via EurekAlert!

Beeld: Kevin Ma/Pakpong Chirarattananon