Morgen vieren we de voorlopig laatste Koninginnedag. Maar wanneer zijn we eigenlijk met deze oranje traditie begonnen?
Op 31 augustus 1885 wordt de eerste Prinsessendag gevierd, ter ere van de vijfde verjaardag van prinses Wilhelmina. Deze dag is de voorloper van de huidige Koninginnedag. Nadat Wilhelmina in 1890 koningin is geworden, verandert de naam in Koninginnedag. In 1891 wordt voor het eerst Koninginnedag gevierd in Nederland. In tegenstelling tot vandaag de dag neemt de koninklijke familie in die tijd geen deel aan de festiviteiten.
In 1948 volgt koningin Juliana haar moeder op. Omdat zij Koninginnedag op haar eigen verjaardag wil vieren, wordt de dag verplaatst naar de ons zo bekende datum 30 april. Juliana begint ook een nieuwe traditie: vanaf 30 april 1949 neemt ze, samen met haar familie, een defilé af. De ‘gewone’ Nederlanders kunnen de koninklijke familie tijdens dit defilé op het bordes van Paleis Soestdijk bloemen en geschenken aanbieden. Ook zorgt koningin Juliana ervoor dat Koninginnedag een officiële vrije dag wordt.
Beatrix besluit bij haar aantreden als koningin in 1980 Koninginnedag op 30 april te blijven vieren, uit respect voor haar moeder. Ook kiest zij ervoor de mensen niet naar haar toe te laten komen, maar juist naar de mensen toe te gaan.
Omdat we Koninginnedag al sinds 1948 op dezelfde dag vieren, staat 30 april in ons nationale geheugen gegrift. Daar komt nu een einde aan. Vanaf volgend jaar vieren we geen Koninginne-, maar Koningsdag. In principe gebeurt dat op 27 april, de verjaardag van Willem-Alexander. Maar als die dag op een zondag valt, zoals in 2014, wordt Koningsdag op de dag ervoor gevierd.
Bronnen: Het Koninklijk Huis (website van de RVD)
Beeld: Sebastian Kraft/CC BY-SA 3.0