Een Amerikaanse astronoom denkt sporen te hebben waargenomen van een botsing met een ander heelal.
De eerste straling die door ons heelal werd uitgezonden, wordt al jaren nauwgezet onderzocht. Die bevat namelijk een enorme schat aan informatie over ons heelal. Maar één Amerikaanse astronoom, Ranga-Ram Chary, gaat nog een stap verder. Volgens hem zijn er in deze straling ook sporen te vinden van een ánder heelal, dat ooit met het onze zou hebben gebotst. Krijgt het tot nu toe nogal theoretische idee van parallelle universums daarmee eindelijk een experimentele onderbouwing?
Deeltjesoverschot
Chary richt zich met zijn onderzoek op de zogenoemde kosmische achtergrondstraling. Die stamt van 380.000 jaar na de oerknal: het moment waarop het heelal doorzichtig werd. Deze straling heeft grofweg overal dezelfde temperatuur, maar er zitten toch wat plekjes in die nét wat kouder zijn. En in vijf van die plekjes, zo constateert Chary op basis van data verzameld met de ruimtetelescoop Planck, is er bij een golflengte van 143 gigahertz maar liefst 4500 keer zoveel licht als je zou verwachten.
Wellicht, zo stelt de wetenschapper, komt dat doordat ons heelal ooit botste met een ander heelal. Dat universe next door zou dan bovendien andere eigenschappen moeten hebben dan het onze. In dit heelal zouden namelijk per foton (‘lichtdeeltje’) 65 keer zoveel deeltjes als protonen en neutronen voorkomen als bij ons. Bij een botsing zou dit ‘deeltjesoverschot’ als het ware ons heelal in zijn gelekt, waar het het extra licht genereerde dat Chary claimt te zien.
Slag om de arm
Chary’s parallelle-universums-idee is niet zo buitenissig als het misschien klinkt. Er doen namelijk verschillende theorieën de ronde die voorspellen dat er tal van andere heelallen zijn, elk met hun eigen setje regels. Maar kosmologen die al te enthousiast over deze mogelijkheid publiceren, krijgen nog weleens de wind van voren van collega’s, omdat er geen enkel experimenteel bewijs is voor hun ideeën. Mocht Chary gelijk hebben, dan is daar dus bij dezen verandering in gekomen.
Maar laten we vooral een enorme slag om de arm nemen. Sowieso gaat het om het werk van slechts één wetenschapper. Dat is weliswaar ingediend bij een respectabel wetenschappelijk tijdschrift, maar op het moment van schrijven is het nog niet door vakgenoten beoordeeld of gepubliceerd.
Daarnaast blijft het uitkijken als je conclusies verbindt aan de kosmische achtergrondstraling. Zo dachten onderzoekers in 2014 dat ze in deze straling sporen hadden gevonden van de inflatie: de periode waarin het heelal nét na de oerknal heel kort uitdijde met een enorm tempo. Later bleek echter dat die sporen waarschijnlijk toe te schrijven waren aan ordinair stof in het heelal. Iets dergelijks kan ook hier aan de hand zijn, schrijft Chary. Volgens hem is er een kans van 30 procent dat het gemeten signaal afkomstig is van een andere bron.
Los daarvan zal er ongetwijfeld nog wel meer op het resultaat af te dingen zijn. Toch helpen wij Chary natuurlijk hopen dat hij daadwerkelijk tekenen heeft gevonden van een botsing met een parallel universum. Want, kom op: hoe heerlijk sciencefictionachtig wil je je wetenschapsnieuws hebben?
Bronnen: ArXiv.org, New Scientist, IFLS
Beeld: ESA and the Planck Collaboration