Een onfris, maar belangrijk onderzoek: wetenschappers hebben menselijke uitwerpselen onderzocht op genetisch materiaal van virussen.

Dat het in onze darmen krioelt van de bacteriën, is inmiddels een bekend verhaal. Maar in en tussen die bacteriën stikt het ook nog eens van de virussen, die tot nu toe niet zo heel veel aandacht hebben gekregen. Een groep Amerikaanse wetenschappers heeft daar verandering in gebracht door allerlei virusgenen in poep te onderzoeken, die afkomstig zijn uit het laatste stukje van de darmen. Ze rapporteren hierover in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.

Sowieso werd over 80 procent van het bestudeerde genetisch materiaal niet eerder gerapporteerd; de virusinhoud van de ingewanden in onze buikholte was dus inderdaad nog redelijk ‘terra incognita’. Daarnaast blijken de viruspopulaties flink per persoon te variëren; zelfs de verschillen tussen een identieke tweeling zijn groot.

Ook opvallend is dat de samenstelling van iemands verzameling darmvirussen in de loop van een jaar voor meer dan 95 procent gelijk blijft. Virusgemeenschappen die in bijvoorbeeld oceanen voorkomen, zijn veel minder stabiel. Dit wijst erop dat de virussen in onze darmen over het algemeen meer samenwerken met de aanwezige bacteriën dan dat ze die proberen te doden. “Dit is geen roofdier/prooi-situatie of een wapenwedloop”, zegt microbioloog Martin Blaser op de nieuwssite van Nature. “Dit wekt het beeld op van een tot rust gekomen bestaan, waarbij de verschillende populaties samenwerken.”

Overigens is het onderzoek niet alleen interessant vanuit puur wetenschappelijk oogpunt. Als we begrijpen hoe de bacteriën en virussen in onze ingewanden precies met elkaar samenwerken, kan dat leiden tot behandelingen voor medische problemen als overgewicht en allergieën. Want al dat microscopisch gepriegel in onze onderbuik kan wel degelijk invloed hebben op ons hele lichaam.

Bronnen: Nature News, Nature

Beeld: Dr. Mae Melvin/CDC