We weten allemaal dat plastic in oceanen een groot probleem is. Zeevogels zijn er namelijk dol op, maar eten zich hier dood aan. Nu weten we misschien waarom.
Lange tijd werd gedacht dat zeedieren en vogels plastic eten, omdat het er voor hen als voedsel uitziet. Maar volgens nieuw onderzoek van ecoloog Matthew Savoca speelt de geur van het spul een veel grotere rol dan we ooit dachten.
Zwavelverbinding
Plastic dat in de zee belandt, valt uit elkaar dankzij de stroming van water en de inwerking van zonlicht, waardoor kleine deeltjes ontstaan. Wanneer micro-organismes zich aan deze plasticstukjes hechten en vervolgens worden opgegeten door schaaldiertjes komt daardoor een lucht vrij die door andere dieren als aanlokkelijk wordt ervaren, volgens het onderzoek van Savoca. Het gaat hier om de zwavelverbinding dimethylsulfide (DMS).
Savoca stopte drie soorten plastic in een tasje van polyamide en hing dit in zeewater. Zo kon hij bestuderen hoe lang het duurde voordat het de geur van DMS zou afgeven. Wat bleek? In minder dan een maand tijd was de geur bij het plastic dat zich in zeewater bevond zo overduidelijk aanwezig, dat de onderzoekers er niet omheen konden. Een ernstige zaak, want veel zeevogels zijn dol op krabbetjes en garnaaltjes en komen dan ook op de lucht af. Met alle gevolgen van dien.
Niet zeker
Sommige wetenschappers zijn blij met het onderzoek omdat het inzoomt op de aantrekkingskracht van de plasticdeeltjes. Maar volgens anderen wordt er nog te vroeg ‘gejuicht’. Maritiem bioloog Jan Andries van Franeker van het Wageningen Marine Research Instituut vindt het onderzoek vooralsnog speculatief. Volgens hem is er te weinig data onderzocht en is er geen bewijs voor de correlaties die in het onderzoek worden aangehaald.
Volgens Franeker insinueert het onderzoek dat wetenschappers precies weten welke vogels tot DMS worden aangetrokken. Hij vindt de bepaling te zwart-wit en geeft aan dat er ook ‘tussensoorten’ zijn: vogels die de geur in mindere mate aantrekkelijk vinden. Daarnaast haalt hij aan dat in het onderzoek geen rekening wordt gehouden met het leefgebied van vogels. Vogels die van nature dichter bij de zee leven, lopen een grotere kans op het eten van plastic. Omdat hier niet naar is gekeken, kan er een vertekend beeld ontstaan.
Oplossing?
Savoca geeft aan dat we de inname van plastic door dieren kunnen terugdringen door minder chemicaliën aan plastic toe te voegen die de DMS geur veroorzaken. Hij stelt bovendien voor om meer antifouling aan te brengen. Deze stof gaat de aangroei van micro-organismes zoals plankton namelijk tegen. Van Franeker zet zich af tegen dat idee. “Alle bekende antifoulingstoffen zijn knap giftig. Het lijkt onzinnig om dit gericht aan plastic toe te voegen.”
Vooralsnog lijkt de oorzaak van het probleem dus nog niet vast te leggen, en een oplossing is er ook nog niet. Maar dat is wel hard nodig. Jaarlijks komt er namelijk zo’n 13 miljoen ton aan plastic bij in de zee en de verwachting is dat 99 procent van alle zeevogels in 2050 wel eens plastic zal eten. Gelukkig wordt er momenteel hard gewerkt aan alternatieven voor plastic en het opruimen van de oceanen. Het is te hopen dat dit in de toekomst voldoende zal zijn.
Bronnen: Science Advances, Popular Science