Nieuw onderzoek werpt meer licht op de ondergang van de Mayabaschaving, een dikke duizend jaar geleden.
Ook vandaag de dag wonen er nog Maya’s in Midden-Amerika, maar hun klassieke beschaving ging ten onder tussen 800 en 1000 na Christus. Dat was lang voordat de Europeanen de nieuwe wereld ontdekten, dus deze ramp kunnen we eens niet aan de conquistadores wijten. Maar wat zorgde dan wel voor de instorting van de Maya-maatschappij? Dat zouden heel goed wijdverbreide periodes van droogte kunnen zijn geweest, zo laat nieuw onderzoek van Martín Medina-Elizalde en Eelco Rohling zien. En die droogtes zouden op hun beurt veroorzaakt kunnen zijn doordat er in de genoemde periode te weinig tropische stormen waren.
Schelpen en slakkenhuisjes
Het idee dat droogtes een rol speelden bij het instorten van de Mayabeschaving is op zich niet nieuw. Wel hebben Medina-Elizalde en Rohling voor het eerst die droogtes in detail weten vast te stellen. Ze baseerden zich daarbij op uiteenlopende bronnen, verspreid over het Mexicaanse schiereiland Yucatán: een stalagmiet genaamd Chaac, schelpen in het meer Punta Laguna, en slakkenhuisjes en sedimenten in het Chichancanab-meer.
Uit deze bronnen, zo melden de onderzoekers in Science, komt naar voren dat in het betreffende gebied van 800 tot 1000 na Christus per jaar tot 40 procent minder neerslag viel. Vooral het scenario waarbij het in de zomer weinig regende, bleek goed te rijmen met de data. In de zomer is neerslag in het gebied waar het om draait vooral te danken aan tropische depressies, stormen en orkanen. “Daarom suggereren we dat de droogtes die we associëren met het uiteenvallen van de Mayabeschaving getriggerd kunnen zijn door een afname in frequentie en intensiteit van cyclonen boven het Yucatán-schiereiland”, schrijven Medina-Elizalde en Rohling.
Oftewel: hoewel we cyclonen nu vooral associëren met slecht nieuws, zou bij de Maya’s juist het wégblijven van deze tropische stormen het begin van het einde kunnen zijn geweest.
Bron: Science/AAAS
Beeld: © Science/AAAS