We nemen op het werk eerder fraudegedrag over van ondergeschikten dan van leidinggevenden, concludeert een Groningse wetenschapper in haar proefschrift.
‘Als de baas het doet, mag ik het ook.’ Die houding zou je verwachten als het gaat om het kopiëren van fraudegedrag op het werk, zoals stelen, liegen en bedriegen. Maar zo gaat het niet, stelt Sanne Ponsioen (Rijksuniversiteit Groningen) in het proefschrift waar ze vandaag op promoveert. In werkelijkheid wordt onethisch gedrag juist afgekeken van collega’s met een lágere status in het bedrijf.
Niet dat leidinggevenden zich niet meer hoeven te bekommeren om hun voorbeeldfunctie. Die hebben ze namelijk wel degelijk, maar dan op een andere manier: werknemers nemen goed gedrag juist weer vaker over van hogergeplaatsten, aldus Ponsioen, die haar resultaten baseerde op vragenlijsten, casestudies en psychologische experimenten.
Frauderen voor je bedrijf
Een andere factor is dat hoe meer je je verbonden voelt met je bedrijf, hoe kleiner de kans dat je bijvoorbeeld een flink pak Post-its in je tas propt, of op een andere manier fraudeert om er zelf beter van te worden. Daar staat tegenover dat mensen die zich sterk met hun werkgever identificeren weer makkelijker ten bate van hun bedrijf fraude plegen.
Verder blijkt uit het onderzoek van de promovendus dat mensen die goed zijn in het rationaliseren (‘goedpraten’) van hun eigen gedrag de meeste kans hebben fraude te plegen. Aangezien dat een eigenschap is waarop je kunt testen tijdens sollicitatieprocedures, stelt Ponsioen, zou je op die manier fraudeurs-in-de-dop buiten de deur kunnen houden.