Nieuw onderzoek toont aan dat in het wild levende mocassinslangen geen partner nodig hebben om zich voort te planten. Tot nu toe was dat alleen bij adders in gevangenschap ontdekt.
Meestal zijn er twee slangen – een mannetje en een vrouwtje – nodig om een nest met babymocassins te maken. Maar niet altijd, zo hebben wetenschappers van de North Carolina State University laten zien. Ze vingen zwangere watermocassins en watermocassins in het wild en lieten ze bevallen in het lab. Daar vergeleken ze de genen van de moeders met hun nakomelingen en ontdekten dat een deel van de babyslangen zonder vader op de wereld waren gezet.
Deze vorm van ongeslachtelijke voortplanting wordt ook wel parthenogenese genoemd. Eerdere gevallen van dit verschijnsel werden in dierentuinen en aquaria al vastgesteld. Zo zijn er voorbeelden van maagdelijke zwangerschappen bij vogels, haaien, slangen en komodovaranen. Het was echter nog nooit bewezen dat dit fenomeen zich ook in het wild voordeed.
Sperma afwijzen
Het is niet duidelijk waarom de vrouwtjesadders zich zonder geslachtsgemeenschap voortplanten. De onderzoekers zeggen dat een tekort aan mannetjes in elk geval niet de oorzaak is. De slangen werden namelijk gevangen in omgevingen waar mannetjes nadrukkelijk op zoek waren naar een partner. Om wat voor reden dan ook wezen de vrouwtjes hun sperma af en produceerden ze zelf een nest. Dit lijkt het bewijs te zijn dat parthenogenese niet alleen plaatsvindt wanneer vrouwtjes worden geïsoleerd.
Of er nog meer ‘moederskindjes’ in de natuur rondlopen, zal de toekomst moeten uitwijzen.
Bronnen: Biology Letters, Nature News