Op aarde vormen ze 20 procent van de lucht die ons omringt, maar in de ruimte zijn ze nu pas voor het eerst aangetroffen: zuurstofmoleculen.
Losse atomen zuurstof zijn in de ruimte wel te vinden; vooral in de buurt van zware sterren. Maar zuurstofmoleculen, die elk uit twee zuurstofatomen bestaan, zijn een ander verhaal: daar wordt al decennialang door sterrenkundigen naar gezocht. In 2007 leek het er even op dat de Zweedse satelliet Odin beet had, maar die waarneming kon niet worden bevestigd. Nu is dat wel gelukt met ruimtetelescoop Herschel, die zuurstofmoleculen vond in de Orionnevel.
Waar dat zuurstof vandaan komt? De theorie van de betrokken onderzoekers is als volgt: aanvankelijk zit het zuurstof ‘opgesloten’ in waterijs, dat een laagje vormt om stofdeeltjes. Maar soms smelt sterrenlicht dat ijs, waarna uit het vrijgekomen water zuurstofmoleculen ontstaan.
Niet dat daarmee het verhaal rond moleculair zuurstof in de ruimte is afgesloten. Er is nog lang niet zoveel zuurstof gevonden als verwacht, en ook is niet duidelijk wat de plekken waar de moleculen wél werden aangetroffen zo bijzonder maakt.
Kortom: het bovenstaande onderzoek is pas het eerste stukje van het antwoord op de vele sterrenkundige vragen rond de moleculen waarvan wij er elke minuut talloze zonder nadenken inademen.
Beeld: Hubble Heritage Team (STScI/AURA)/NASA/ESA