Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
In een baksteen van bijna 3000 jaar oud vonden wetenschappers DNA van planten die toen in Noord-Irak groeiden.
In het Nationaal Museum van Denemarken ligt een 2900 jaar oude baksteen van klei die afkomstig is uit het paleis van de Assyrische koning Assurnasirpal II. Dat paleis stond in de oude stad Kalhu (ook bekend als Nimrud) in het huidige Noord-Irak. Wetenschappers van onder andere de University of Oxford en de Aalborg University hebben nu planten-DNA gehaald uit het binnenste van die steen dat als een soort tijdcapsule informatie geeft over de fauna 3000 jaar geleden. Dat schrijven ze in het vakblad Scientific Reports.
Lees ook:
- 2 miljoen jaar oud DNA onthult verloren Noordpoolgebied
- Oudste plattegrond is van gigantische val in de woestijn
Modder met planten en dierenpoep
Het object is sinds 1958 in het bezit van het Deense museum en is al veelvuldig onderzocht. In de baksteen staat een spijkerschriftinscriptie die geschreven is in het Akkadisch, een uitgestorven taal. Deskundigen hebben die weten te vertalen als: ‘Eigendom van het paleis van Assurnasirpal, koning van Assyrië’. Hieruit maakten ze op dat de steen gemaakt is tussen 879 en 869 voor Christus, tijdens de bouw van het paleis.
De makers mengden modder uit de Tigris met gedroogde planten en dierlijke uitwerpselen. Dat mengsel goten ze in een mal waarna ze de inscriptie aanbrachten en het resultaat in de zon lieten drogen. Doordat de steen op natuurlijke wijze droogde, en niet op hoge temperatuur in een oven, is het genetische materiaal in de klei goed bewaard gebleven.
Precieze leeftijd
Toen de steen in 1958 bij het Deense museum aankwam, was die al in twee delen gebroken. Tijdens een digitaliseringsproject in 2020 ontstond er nog een barst. Zonde, maar het gaf wetenschappers een unieke kans om in het nieuwe oppervlak te boren en oud DNA uit het binnenste van de steen te verzamelen. In tegenstelling tot de rest van de baksteen was de nieuwe breuk namelijk nog vrij van modern DNA dat de monsters zou kunnen vervuilen.
Onderzoekers vinden wel vaker oud DNA, maar hoe oud het dan echt is, blijft vaak een beetje gissen. Dankzij de inscriptie in de klei weten de wetenschappers van dit onderzoek dus wél vrij precies hoe oud het DNA is – namelijk tussen de 2892 en 2902 jaar oud.
Tijdens het analyseren van het DNA, identificeerden de wetenschappers 34 verschillende plantengroepen. De meest voorkomende soorten kwamen uit de kruisbloemen- en heidefamilie. Maar ze vonden ook veel soorten uit de berken-, laurier- en grassenfamilie.
DNA van dieren
Dit onderzoek werpt niet alleen nieuw licht op de plantensoorten die duizenden jaren geleden in Irak groeiden, maar het opent ook de mogelijkheid om dezelfde techniek te gebruiken om DNA in andere objecten te onthullen. Voorwerpen van klei komen namelijk veel voor op archeologische vindplaatsen en kunnen vaak nauwkeurig gedateerd worden. Er is dus genoeg materiaal dat onderzocht kan worden. En het blijft niet alleen bij planten-DNA. In principe zouden wetenschappers via deze methode ook het DNA van dieren kunnen vinden.
Kennis over de biodiversiteit in de oudheid is vooral gebaseerd op geschreven teksten. DNA-analyses kunnen die kennis en ons begrip van oude samenlevingen – zoals de Assyriërs – flink verbeteren.
Bronnen: Scientific Reports, University of Oxford