Oorlogen worden doorgaans uitgevochten met grootscheepse beschietingen en verpletterende bombardementen. Maar soms verschijnt er een geniepiger wapen in de strijd: de mug. Hoe een klein insect grote schade kan aanrichten op het slagveld.
Soldaten die ten strijde trekken, kunnen sneuvelen. Maar niet alleen kogels, granaten of bommen kosten mensenlevens. Omdat militairen meestal niet in hun eigen omgeving vechten maar aan een front ver van huis en haard, komen ze regelmatig in aanraking met ziektes waartegen ze geen weerstand hebben opgebouwd.
Vaak zijn insecten de boosdoeners, zoals bij de Nederlandse troepen in Afghanistan. Zij lopen het risico geïnfecteerd te raken met de Cutane leishmaniasis, een parasiet die lelijke zweren veroorzaakt en wordt overgedragen door kleine zandvliegjes. Ondanks de impregnatie van legeruniformen met insecticiden en het gebruik van afweermiddelen vinden er toch besmettingen plaats. En een vaccin is er niet.
Vormt het bestaan van de zandvliegjes in Afghanistan nog een lastige maar toevallige omstandigheid waarin soldaten hun werk moeten doen, soms worden insecten wel degelijk bewust ingezet als oorlogswapen. Twee eeuwen geleden bijvoorbeeld al door niemand minder dan Napoleon, al wist hij dat gek genoeg zelf niet.
Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 8/2010, in de winkel van 2 t/m 29 juli. De tekst werd geschreven door medisch entomoloog Bart Knols, Ig Nobelprijswinnaar en auteur van het boek Mug. De fascinerende wereld van volksvijand nummer 1 (Nieuw Amsterdam, 2009).
Bronnen: KIJK 8/2010
Beeld: PHIL/CDC