Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Dinsdag zei de VN-atoomwaakhond IAEA dat de Japanse plannen om gefilterd radioactief koelwater te lozen in zee veilig zijn. Hoe zit dat?
Op 11 maart 2011 veroorzaakte een zeebeving ten noordoosten van Japan een tsunami. De drie operationele reactors van de kerncentrale Fukushima I werden direct stilgelegd. Helaas viel door de tsunami de elektriciteit uit, waardoor het lastig werd om de reactors te koelen. Tot overmaat van ramp beschadigden vloedgolven de noodstroomvoeding, waarna er voor de koeling alleen nog accu’s waren die het hoogstens een paar uur zouden volhouden. De temperatuur in de reactors liep gestaag op, zodat in de dagen na 11 maart in drie units een meltdown optrad. De kernramp was een feit.
Sinds die ramp is er 1,3 miljoen ton vervuild koelwater opgeslagen in grote vaten. Maar het terrein raakt vol, terwijl de kern van de centrale nog steeds continu gekoeld moet worden. Japan wil daarom het radioactieve water langzaam de oceaan in lozen. Volgens de regering kan dat veilig, maar vissers, milieu-organisaties en landen in de regio zijn er niet gerust op. Hoe gevaarlijk is dit plan?
Lees ook:
Verwaarloosbaar effect
De VN-atoomwaakhond (IAEA) heeft twee jaar lang onderzoek gedaan naar de Japanse lozing. Dinsdag kwam Rafael Grossi, het hoofd van het IAEA, met het eindrapport. De conclusie: het plan voldoet aan de internationale veiligheidseisen en het lozen zou “een verwaarloosbaar effect op mensen en het milieu” hebben.
Toch klinkt dat gek. Hoe kan het dumpen van radioactief afval nou veilig zijn? We vroegen het aan Govert de With. Hij is stralingsbeschermingsdeskundige bij NRG, een bedrijf dat de kernreactor in Petten beheert en wereldwijd de grootste producent is van radio-isotopen voor medisch gebruik.
Speciaal filtersysteem
Voordat het koelwater de oceaan instroomt, worden de meeste radioactieve deeltjes eruit gefilterd, legt De With uit. “Hiervoor is een speciaal filtersysteem ontwikkeld (ALPS) dat meerdere technieken gebruikt, onder andere actieve koolstof.” Daarmee wordt al een belangrijk deel van de radioactiviteit uit het water verwijdert.
De gefilterde radioactieve deeltjes zijn vervolgens in vaste vorm te brengen. Daarmee kun je het via reguliere routes afvoeren en ergens anders opslaan. Het heeft namelijk een veel kleiner volume en omdat het niet kan lekken, is het minder gevaarlijk om te vervoeren.
Lange periode
Wat is dan het probleem? “Het koelwater bevat ook tritium, een waterstofisotoop dat chemisch niet te onderscheiden is van het water. Tritium verwijderen is dus heel erg lastig. Daarnaast zijn er ook nog beperkte hoeveelheden cesium en strontium aanwezig.” Daarom wil de Japanse overheid het gecontamineerde water langzaam in de oceaan lozen.
Dat is minder gevaarlijk dan het klinkt. “Daar zijn een aantal redenen voor”, vertelt De With. “Het gaat hier om een lozing naar een heel groot watersysteem, namelijk de Stille Oceaan.” Het tritium wordt dus sterk verdund. “De lozing gaat ook plaatsvinden over een lange periode, er wordt gesproken over tientallen jaren. Bovendien is het gezondheidseffect van tritium relatief klein.”
Bestraalde vis
Straling is trouwens niet alleen afkomstig van nucleaire centrales, maar is ook gewoon een natuurlijk fenomeen. En als je van het lozingspunt af beweegt, is de extra activiteit al snel minder dan de natuurlijke straling die in het water aanwezig is.
Dichter bij de bron is de activiteit natuurlijk wel groter. “Collega’s en ik hebben zelf ook berekeningen gemaakt en gekeken naar de risico’s rondom dat lozingspunt. En daaruit blijkt dat het effect op aquatische organismen ook daar zeer beperkt is en onder alle limieten ligt. Ook als je een gecontamineerde vis zou eten, blijft de stralingsdosis beperkt.”
Volgens het RIVM ontvangt de gemiddelde Nederland een stralingsdosis van 2800 microsievert per jaar. “Als je vissen zou eten die rond het lozingspunt leefden, blijft de stralingsdosis die je per jaar extra ontvangt onder de 1 microsievert”, zegt De With. “De risico’s zijn dus erg klein.”
Niet alleen Japan
Het lozen van radioactief water gebeurt niet alleen in Japan. “Elke kerncentrale loost beperkte hoeveelheden radioactiviteit. Dat wordt gemonitord en internationaal gerapporteerd. Die informatie is publiek beschikbaar”, vertelt stralingsbeschermingsdeskundige De With. “Ook uit die gegevens blijkt dat gereguleerde lozingen een zeer beperkt effect op mens en milieu hebben.”
Bronnen: NOS, de Volkskrant