Deze Boeing 747 (waarvan er overigens twee exemplaren zijn) kennen we beter onder de naam Air Force One, het luchtmachttoestel dat het officiële vliegtuig van de Amerikaanse president is. Het heeft alles aan boord om hem in de lucht zijn werk te laten doen, maar er zit onder andere ook een operatiekamer in. De huidige VC-25A’s (van het type 747-200B) zijn sinds 1990 in gebruik en zullen over vier jaar worden vervangen door de nieuwere en grotere VC-25B’s (747-8).

© USAF

Ook van deze 747-versie, voluit Shuttle Carrier Aircraft geheten, waren er maar twee. Ze werden door de NASA vooral gebruikt om spaceshuttles die op een luchtmachtbasis in Californië waren geland naar het Kennedy Space Center in Florida te brengen. Met zo’n zwaar ruimteveer op zijn rug had een SCA een bereik van nauwelijks 2000 kilometer; zonder die lading was dat 10.000 kilometer. Toen in 2011 de laatste shuttle-missie was uitgevoerd, gingen beide draagvliegtuigen met pensioen.

© NASA

Nog zeldzamer dan de VC-25 en de SCA was de YAL-1, want daar vloog er maar eentje van rond. In 2001 kocht de Amerikaanse luchtmacht een door Air India afgedankte Boeing 747-200 en bouwde die om tot vliegend laboratorium. In de neus zat een laser om tactische ballistische raketten mee uit te schakelen. Ondanks enkele succesvolle tests zag niemand een toekomst voor de Airborne Laser. Na elf jaar werd het project beëindigd.

© USAF