Kan een klein apparaatje ter grootte van een pocket ooit je complete boekenkast vervangen? Gaan we straks allemaal aan de e-reader en aan de e-books? KIJK-verslaggever Dennis Rijnvis is (bijna) helemaal om.

Mijn koffer zit vol met leesvoer tijdens de komende wintersport. Ik neem om precies te zijn 44 boeken mee. Van de nieuwste roman van Stephen King tot het boek How to build a dinosaur van de Amerikaanse professor Jack Horner, die in 366 pagina’s uitlegt hoe je een dinosaurus zou moeten klonen. O ja, en ook mijn abonnement op het Amerikaanse technologietijdschrift Wired wordt netjes op mijn vakantieadres bezorgd.

Dat klinkt als een hoop gesjouw en geregel voor een paar uur lezen. Maar het tegendeel is waar. In mijn koffer zitten geen gewone boeken, maar een e-books, op een e-reader van het merk Kindle. Het apparaat heeft een afmeting van 19 bij 14 centimeter en is slechts 9 millimeter dik. In totaal passen er 1500 boeken op, een complete bibliotheek dus. En als ik tijdens de vakantie toch opeens zin krijg om een boek of tijdschrift te lezen dat ik niet bij me heb, kan het apparaat verbinding maken met internet om een nieuwe aankoop te doen.

Dat klinkt allemaal heel modern, maar tot een paar maanden geleden was ik absoluut niet van plan om een e-reader aan te schaffen. Het leek me oncomfortabel om boeken van een scherm te lezen. Daarnaast waren er nauwelijks Nederlandse schrijvers die hun werk in digitaal formaat beschikbaar stelden. Ook leek het me niets om het vertrouwde boek, met een mooie kaft en echt papier, in te ruilen voor een elektronisch apparaat.

De rest van dit artikel staat in KIJK 3/2010. Dit nummer ligt in de winkel van 12 februari t/m 11 maart 2010.

Beeld: Robert Vos/ANP