Wanneer maker Rolf Hut geen zin heeft om wijn uit de koelkast te halen, bedenkt hij een briljant idee waardoor hij nooit meer van de bank af hoeft te komen. 

Zondagavond, samen op de bank een serie aan het Netflix-en. Ze port me, wijst op haar wijnglas en zegt “jouw beurt”. “Ik heb net die collectante al een euro gegeven.” “Telt niet. Je had ook direct even drinken mee kunnen nemen.” “Ik kijk wel of Deliveroo ook losse flessen wijn aan de deur bezorgt” probeer ik grappig te zijn. Ze zet haar ‘dat meen je niet’-gezicht op. “Schat…. Zelfs als ze dat doen: de deur is verder weg dan de koelkast.”

Kattenluik

Zuchtend neem ik mijn verlies en loop richting de keuken. Halverwege valt het kwartje en sta ik opeens doodstil. Mijn hersenen schakelen in overdrive: drones!

Op 14 december 2016 leverde Amazon voor het eerst een pakketje af met een drone. Nu is het alleen nog mogelijk pakketjes met een drone te laten bezorgen als je binnen 30 minuten vliegen van een Amazon warenhuis woont en een gigantische achtertuin hebt, maar het zal me niets verbazen als binnenkort alle pakketjes op deze manier worden bezorgd. Om de wijn dan tot de bank te krijgen heb ik een soort kattenluik nodig, maar dan voor drones.

Garagedeur

Ik zie het als volgt voor me: in mijn muur komt een doos net iets groter dan een drone. Aan zowel de buiten als de binnenkant komt een kleine garagedeur en een landingsplatform. Zodra de drone is geland, meldt hij zich (bluetooth of RFID) en gaat de buitengaragedeur open. De drone wordt de doos ingeschoven. Het leverancierbedrijf laat weten dat de drone klaar staat. Ik controleer dat met een cameraatje in de doos en als het klopt open ik de binnen-garagedeur!

Zij weet wat het betekent als ik opeens een minuut muisstil sta: “Ja, je hebt een oplossing waardoor je misschien niet op had hoeven staan. Waar je misschien zelfs een column over gaat schrijven. Maar daar ga ik nu niets aan hebben dus schiet op met die wijn!”

Rolf Hut vraagt zich elke maand in een KIJK-column af waarom een bepaald ding nog niet bestaat. Deze column vind je ook in KIJK 4/2017.