Veel mensen houden zich vast aan het motto dat je gerust bier en wijn kunt drinken, zolang je de wijn maar ná het bier drinkt en niet andersom.
Hoewel diezelfde mensen de morning after doorgaans moeten toegeven dat het niet deze theorie is die klopt maar hun hoofd, blijft de wijn-na-bier-mythe hardnekkig voortleven. De waarheid is dat het niet uitmaakt of je eerst wijn en dan bier drinkt, of andersom, of om en om; het is de hoeveelheid die je naar binnen werkt die ervoor zorgt hoe slecht je je de dag erop voelt. Omdat bier meer koolhydraten bevat, wordt het wel ietsje langzamer opgenomen dan wijn, maar ook dat maakt geen noemenswaardig verschil als je katerwaardige hoeveelheden naar binnen giet.
De uitdrukkingen ‘wijn na bier geeft plezier’ en ‘bier na wijn geeft venijn’ hebben een heel andere oorsprong. In de middeleeuwen was gewoon water doorgaans te gevaarlijk om te drinken, en dus dronk iedereen vanaf zijn tweede jaar bier. Behalve de gegoede burgerij, die dronk (de duurdere drank) wijn. Dus als je wijn ná bier dronk, betekende dat dat je was gestegen op de maatschappelijke ladder: een plezierige ontwikkeling. Andersom is het natuurlijk puur venijn als je vanuit een bevoorrechte positie terug werd geworpen in het bierdrinkersbestaan.
Dit is een fragment van ‘In vijf minuten… wijn’, te vinden in KIJK 8/2010. Dit nummer ligt in de winkel van 2 t/m 29 juli. De betreffende rubriek werd geschreven door Stephan van Duin.
Sites: