Kernwapendeskundige Sico van der Meer en Noord-Korea-expert Remco Breuker geven hun mening over de geclaimde waterstofbom.
Het nieuws sloeg in als een, eh… bom. Noord-Korea meldde met succes een waterstofbom te hebben getest. De VN ging snel daarna in overleg. Maar hoe serieus moeten we de claim van Noord-Korea nemen? En zal het land terugdeinsen voor de sancties waarmee de VN dreigen? KIJK vroeg het aan de aan aan Clingendael verbonden kernwapendeskundige Sico van der Meer en Noord-Korea-kenner Remco Breuker van het Leiden Asia Centre.
Noord-Korea zou dus aan een waterstofbom werken. Surprise?
Op zich niet. Zowel Sico van der Meer als Remco Breuker meldt dat de ontwikkeling van een waterstofbom al langere tijd op het programma van Noord-Korea staat. Maar volgens Van der Meer komt de stap naar een waterstofbom wel erg vroeg. “Normaal gesproken perfectioneer je eerst je normale kernwapens voordat je de stap naar dit geavanceerde type zet”, vertelt hij. En de Noord-Koreanen zijn hier nog mee bezig, denkt de kernwapendeskundige.
Moeten we het nieuws geloven?
“Naar mijn persoonlijke overtuiging is de Noord-Koreaanse claim bluf en propaganda”, zegt Van der Meer. “De gemeten kracht van de explosie is te gering voor een waterstofbom; het lijkt meer op een normale atoombom. Wellicht hebben ze er wat snufjes aangehangen die je ook voor een waterstofbom nodig hebt, maar een echte, succesvolle waterstofbomexplosie was dit niet.”
Breuker deelt deze mening. “Maar het kan wel degelijk in de ogen van Pyongyang een succes zijn geweest als een stap op weg naar een waterstofbom, of als een experiment waarbij kernfusie de ontsteking van een normale kernbom krachtiger maakt”, zegt hij.
Waarom wil Noord-Korea zo graag een waterstofbom?
Hier zijn volgens Breuker twee redenen voor. Om het eigen volk te laten zien dat het regime de touwtjes strak in handen heeft en als zogenaamde deterrent. “Het Noord-Koreaanse leger is niet meer wat het was. Dan helpt een waterstofbom om je militaire slagkracht geloofwaardiger te laten zijn.”
Volgens Van der Meer speelt angst ook een rol. “De Noord-Koreanen zijn heel bang dat andere landen hun regering ten val willen brengen. Een waterstofbom is het meest krachtige, allesvernietigende wapen dat ooit is ontwikkeld. Noord-Korea wil zulke wapens om buitenlandse vijanden af te schrikken”, zegt hij. “Atoomwapens, en zeker waterstofbommen, zijn een soort verzekeringspremie: wie durft een land aan te vallen dat met zulke verschrikkelijke wapens kan terugslaan?”
Moeten we bang zijn voor dit nieuws?
“Nee en ja”, besluit Van der Meer. “Voorlopig heeft Noord-Korea nog geen inzetbare kernwapens. En zelfs als dat wel zo was, zouden ze niet zomaar worden ingezet. Op het gebruik van zulke verschrikkelijke wapens heerst zo’n wereldwijd taboe dat het zonder meer zelfmoord zou zijn om ze te gebruiken.” Maar de kernwapendeskundige vindt het wel zorgelijk dat men ongestraft door kan gaan met het ontwikkelen van deze wapens. “Hoe meer van zulke wapens in de wereld, hoe meer risico’s op ongelukken ermee.”
Ook Breuker is bang voor ongelukken. “Kijk maar naar Fukushima. En dat terwijl Japan meer geld en betere technologie heeft, en beschikt over internationale hulp indien nodig.” Ten tweede is hij bang voor proliferatie: de kans dat een waterstofbom in handen komt van relatief ongrijpbare terroristische organisaties is aanwezig. “Wat gebeurt er dan?”
De VN dreigen met sancties. Zal Noord-Korea zich dit iets aantrekken?
“Nee, dat verwacht ik niet”, zegt Breuker. “Sancties zijn achterhaald. Een heel nieuw beleid is nodig, een waarbij niet de gewone Noord-Koreaan wordt getroffen, maar alleen het regime. Ga achter het geld van het regime aan; breng de geldstromen in kaart en blokkeer ze. Dit zal op termijn verandering brengen. Sancties zijn ineffectief.”