Volgens de Wageningse hoogleraar Arnold van Huis moeten insecten op de westerse menukaart komen. De voordelen daarvan zijn legio. Het is gezond, het is lekker, het is efficiënt, het is milieuvriendelijk én het is volstrekt normaal in andere delen van de wereld. KIJK voelde Van Huis aan de insectenetende tand.
KIJK: U wilt dat we ons voedingspatroon aanpassen. Waarom moeten we insecten gaan eten?
Arnold van Huis: “Eigenlijk is de eerste reden: uit pure noodzaak. Op dit moment wordt ongeveer 70 procent van al het beschikbare landbouwoppervlak gebruikt voor de gangbare veeteelt, maar de verwachting is dat de wereldwijde vraag naar vlees tussen nu en 2050 met ongeveer 70 procent zal stijgen – en dat betekent dat er tegen die tijd simpelweg te weinig landbouwgrond zal zijn. We moeten dus wel op zoek naar alternatieve bronnen van eiwitten. Insecten zijn dan een heel goede optie, want die vragen veel minder ruimte dan koeien en varkens. Een tweede reden waarom insecten voordeliger zijn dan andere dieren, heeft te maken met voedselconversie. Dat komt neer op de vraag: hoeveel moet een beest eten om vlees te maken? Voor een kilo rundvlees is ongeveer 25 kilo veevoer nodig en voor een kilo varkensvlees zo’n 9 kilo, maar voor een kilo eetbare krekels is slechts 2 kilo nodig. Dit komt vermoedelijk doordat insecten als koudbloedige dieren geen voedsel hoeven te verbranden om hun lichaam op temperatuur te houden.”
En hoe zit het met het milieu?
“De milieuverontreiniging wordt inderdaad vaak als kritiek aangevoerd op de gangbare veeteelt. Zo’n 15 procent van de wereldwijde broeikasgassen en zo’n twee derde van de ammoniak wordt immers geproduceerd door de veehouderij. Maar ook op dat gebied doen insecten het gewoon veel beter: ze stoten minder broeikasgassen uit, tot wel honderd keer zo weinig. Tegelijkertijd moet ik bekennen dat de score afhankelijk is van welke soort insecten je neemt. Je kunt bijvoorbeeld beter geen termieten kiezen, want die produceren ongeveer 4 procent van al het methaan ter wereld. Maar insecten zoals sprinkhanen, krekels en meelwormen leveren wel winst op. Dit zijn dan ook de insecten die wij aanraden voor menselijke consumptie.”
Bijna iedereen zal nu zeggen: sprinkhanen, krekels en meelwormen klinken vies.
“Ja, maar dat is onterecht! Een varken rolt rond in de modder en niemand weet wat er precies in een frikandel zit, en dat vinden we toch ook niet vies? Daarnaast hebben we al diverse blinde smaaktesten gedaan. Daarbij mochten deelnemers twee keer hetzelfde product proeven: één keer met vermalen insecten erin en één keer zonder vermalen insecten erin, terwijl ze niet weten welke versie ze eten. En dan blijkt dat negen van de tien mensen het product met vermalen insecten erin eigenlijk veel lekkerder vinden. Smaak is dus zeker het probleem niet. Onze afkeer voor het eten van insecten lijkt vooral cultureel bepaald, want een groot deel van de wereldbevolking eet ze wel gewoon.”
Dit is een fragment van een interview, te vinden in KIJK 8/2014. Dit nummer ligt in de winkel van 26 juni tot en met 23 juli.
Tekst: Rik Peters
Beeld: Anton van Huis