Of een tiener alcohol probeert, staat zo goed als los van de opvoedstijl van de ouders. Maar als het gaat om stevig doordrinken, komt de houding van pa en ma wél om de hoek kijken.
Dat blijkt uit een studie gedaan aan de Brigham Young-universiteit (Utah, VS), waarbij meer dan 5000 proefpersonen in de leeftijd van twaalf tot negentien jaar werden ondervraagd. Hierbij keken de onderzoekers naar de mate waarin ouders hun kroost in de gaten hielden (accountability of verantwoording) en hoe prettig ze ermee omgingen (warmte), en het drinkgedrag van dat kroost.
Geen enkele combinatie van beide factoren bleek veel uit te maken als de onderzoekers keken naar wie alcohol uitprobeerde en wie niet. Maar als het ging om het drinken van vijf of meer drankjes achter elkaar, had de opvoedstijl wel degelijk invloed. Toegeeflijke ouders (met een hoge warmte en een lage verantwoording) scoorden het slechtst, gevolgd door strenge ouders (lage warmte, hoge verantwoording). Kinderen van ouders die een warme houding wisten te combineren met een hoge verantwoording waren het minst geneigd om zich helemaal vol te laten lopen.
Verder stellen de onderzoekers dat religieuze tieners de grootste kans hebben om helemaal niet te drinken. (Wellicht heeft het feit dat de Brigham Young-universiteit de grootste religieuze universiteit en tevens de oudste Mormoonse opleiding van de VS is iets met die toevoeging te maken.)