Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Dit weekend ging de klok weer een uurtje vooruit. Maar waarom hebben we deze ‘zomertijd’ ooit ingevoerd?
Elk jaar stappen we in de nacht van het laatste weekend van maart over op de zomertijd. De een ziet dat als een uurtje minder slaap, de ander als een uurtje langer licht. Sinds 1981 gelden de regels die wij, en de rest van de Europese Unie, nu nog steeds volgen: de zomertijd duurt van de laatste zondag van maart om 02:00 uur tot de laatste zondag van oktober om 03:00 uur. Maar tot 1981 had de invoer van de zomertijd een turbulente periode achter de rug.
Lees ook:
- Is de zomertijd zonde van de tijd?
- Slapeloze nachten door de zomertijd
- De omstreden gevolgen van de zomertijd
Kaarsbesparend
Het originele idee voor de zomertijd kwam van Benjamin Franklin, een van de grondleggers van de Verenigde Staten. In het artikel An Economical Project for Diminishing the Cost of Light uit 1784 schreef hij dat mensen best “eerder konden leven”, omdat de zon al zo fel was rond zes uur ’s ochtends. Opstaan bij zonsopgang en naar bed gaan bij zonsondergang, dat was zijn boodschap. Bovendien zou het geld besparen: als er daglicht was, hoefde je namelijk geen kaarsen te gebruiken. Maar Franklins artikel was vooral bedoeld als satire, om de spot te drijven met de luie neiging om laat op te staan. Daarom werd er niets met zijn ideeën gedaan. In 1907 kwam de Britse uitvinder William Willett met een serieus voorstel voor zomer- en wintertijd, zodat mensen na een werkdag meer aan hun avond zouden hebben. Maar hij wist de Britse overheid niet te overtuigen.
Noodgedwongen
Toch werd de zomertijd ooit ingevoerd in Europa. Dat gebeurde op 30 april 1916, door het Duitse Keizerrijk. Op die manier kon het namelijk kolen besparen tijdens de Eerste Wereldoorlog. De Britten en een groot deel van hun bondgenoten, maar ook veel Europese neutrale landen, waaronder Nederland, volgden kort daarop. Deze eerste zomertijd duurde tot 1 oktober 1916.
Gedurende de periode die daarop volgde deed Nederland elk jaar aan zomer- en wintertijd. Toen brak de Tweede Wereldoorlog uit. In 1940 hield Duitsland, dus ook het bezette Nederland, twee jaar lang alleen de zomertijd aan. Van 1943 tot en met 1945 was er weer sprake van zomer- en wintertijd. Daarna liet Nederland de zomertijd los en hield het zich alleen nog maar aan de standaard wintertijd.
Tot 1973, toen de oliecrisis uitbrak. Veel landen moesten energie besparen en deden dat door ’s zomers de klok een uur vooruit te zetten. Nederland ging in 1977 ook overstag. Sindsdien verzetten we de klok twee keer per jaar. Origineel was het invoeren van de zomertijd dus bedoeld om energie te besparen en het daglicht efficiënt te kunnen meemaken. Mensen zouden na hun werk van een langere en lichtere avond kunnen genieten. De wereldoorlogen en energiecrises hebben er uiteindelijk voor gezorgd dat de zomertijd daadwerkelijk werd ingevoerd.
Controverse
Of zomertijd tegenwoordig echt energie bespaart? Daarover zijn de meningen verdeeld. Vroeger werd de meeste elektriciteit gebruikt voor kunstmatig licht, zoals lampen. Maar nu gaat er ook veel energie zitten in andere apparaten die werken, onafhankelijk van of het licht buiten is of niet.
Uit een Europees onderzoek in 2018 bleek dat ruim 80 procent liever altijd de zomertijd aanhoudt, zonder de klok nog te verzetten. In de toekomst gaat de Europese Commissie daar misschien wel mee akkoord. Maar eerst moet er nog meer onderzoek worden gedaan naar de voor- en nadelen van de zomertijd, ten opzichte van bijvoorbeeld energiebesparing, maar ook onze gezondheid. Voor dit weekend gold in ieder geval een uurtje minder slaap. Maar geen zorgen: dat krijg je eind oktober weer terug.
Bronnen: isgeschiedenis, weeronline, AM-PM
Beeld: Pixabay/mohamed_hassan