Het genoom van de plantenziekte die de Ierse hongersnood veroorzaakte, is nu uitgeplozen.
De Ierse hongersnood, die plaatsvond in de jaren veertig van de negentiende eeuw, had enorme gevolgen. Sowieso waren er meer dan een miljoen doden te betreuren; daarnaast emigreerden miljoenen Ieren naar onder meer de VS. Bovendien legde de teleurstellende hulp vanuit Groot-Brittannië tijdens de ramp de kiem voor de strijd om Ierse onafhankelijkheid. En dat allemaal door een eencellig organisme, Phytophthora infestans, dat aardappels besmette met de aardappelziekte. Het genoom van deze gehate soort is nu door Duitse en Britse wetenschappers gesequencet.
Het probleem was daarbij dat het gaat om een stam van de ziekteverwekker die inmiddels niet meer bestaat. De wetenschappers moesten daarom hun toevlucht nemen tot elf gedroogde monsters van zo’n anderhalve eeuw oud, die in een Duits en een Engels herbarium bewaard waren gebleven. In die monsters waren gelukkig genoeg DNA-fragmenten terug te vinden om het hele genoom uit te reconstrueren – de eerste keer dat dit is gelukt met een plantenziekte die niet meer bestaat.
Uit het onderzoek blijkt dat de versie van de ziekteverwekker waar Ierse (en andere) aardappels in de negentiende eeuw mee te maken kregen, niet dezelfde is als de huidige versie, die onder andere de VS zo’n 5 miljard euro per jaar kost. De ‘Ierse’ versie was daarbij de minder sterke van de twee. Dat het organisme desondanks zoveel doden heeft weten te maken, laat volgens de wetenschappers vooral zien dat de aardappels van destijds erg ontvankelijk waren voor de ziekte.
Bronnen: eLIFE (vrij toegankelijke pre-print op ArXiv.org), Max-Planck-Gesellschaft, Nature News