Wetenschappers hebben het grootste deel van de DNA-volgordes ontcijferd van de twee belangrijkste cacaosoorten: de meest gebruikte en de lekkerste.
Cacao is erg geliefd, maar ook erg kwetsbaar: ziektes met intrigerende namen als heksenbezem en frosty pod rot kunnen velden met het gewas flinke schade toebrengen. Mede daarom hebben twee groepen wetenschappers de afgelopen jaren de genomen van twee cacaosoorten uitgevogeld.
De eerste soort, Forastero, is verantwoordelijk voor 80 procent van de wereldwijde chocoladeproductie. 92 procent van het genoom van deze cacaoplanten werd bepaald en online gepubliceerd door een groep wetenschappers, onder meer gefinancierd door snoepgigant Mars. Overigens bestaat dit genoom uit 35.000 genen; heel wat meer dan de 20.000 à 25.000 stuks waar de mens over beschikt.
Soort nummer twee, Criollo, wordt heel wat minder gebruikt: slechts 10 procent van de chocolade is gemaakt van deze cacao. Maar deze duurdere repen ruiken wel lekkerder en smaken minder bitter dan het Forastero-spul. Om het ‘sequencen’ van dit genoom te bekostigen, trok een andere partij de portemonnee: Hershey’s, de grootste chocoladefabrikant van Noord-Amerika.
Waar deze twee projecten uiteindelijk toe moeten gaan leiden: gewassen die beter bestand zijn tegen ziektes, droogte en andere zaken – leuk voor cacaoboeren, en natuurlijk voor bedrijven als Mars en Hershey’s. En wellicht ook: lekkerdere chocolade – leuk voor ons.