Gieren eten vaak rauw vlees. Dit voedsel kan besmet zijn met allerlei enge ziektes. Waarom worden gieren hier dan niet ziek van?
Aaseters, zoals gieren, hebben een flink aantal strategieën geëvolueerd waardoor ze niet ziek worden van het eten van dode dieren, die er soms al een tijdje liggen. De belangrijkste is hun gigantisch sterke maagzuur. De zuurgraad van ons maagzuur is al hoog, maar die van gieren is nog eens tien tot honderd keer hoger; hun maagzuur heeft dan ook een pH-waarde van 0. Er is bijna geen bacterie die daar tegen kan.
Gieren kunnen daarom vlees eten dat besmet is met cholera, antrax of botulisme, zonder er zelf last van te hebben. Mocht er toch een bacterie overleven, dan hebben de vogels ook nog eens een sterker immuunsysteem.
Gieren sluiten bovendien ook andere wegen af waarlangs bacteriën naar binnen kunnen komen. Hun plas loopt bijvoorbeeld langs hun poten naar beneden, om daar de boel te steriliseren. Zo kunnen ze zorgeloos tussen de besmette dierenlijken scharrelen.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl!
Tekst: Hidde Boersma
Beeld: Mario Modesto Mata/CC BY-SA 3.0